GEBRUIK EN BEDIENINGKleppen ter voorkoming van het ongecontroleerd zakken van een cilinder bij een slangbreuk. Wanneer het debiet de instelling van de klep overschrijdt (reactiestroom), blokkeert de klep het debiet. Deze kleppen houden geen last vast of beperken in éénrichting. Na de klep wordt een stroomregelklep aanbevolen.MATERIALEN EN EIGENSCHAPPENBehuizing: staal, gepolijst.AANSLUITINGENSchroef de klep in de juiste poort die V verbindt met de toevoer en C met de cilinder.
GEBRUIK EN BEDIENINGKleppen ter voorkoming van het ongecontroleerd zakken van een cilinder bij een slangbreuk. Wanneer het debiet de instelling van de klep overschrijdt (reactiestroom), blokkeert de klep het debiet. Deze kleppen houden geen last vast of beperken in éénrichting. Na de klep wordt een stroomregelklep aanbevolen.MATERIALEN EN EIGENSCHAPPENBehuizing: staal, gepolijst.AANSLUITINGENSchroef de klep in de juiste poort die V verbindt met de toevoer en C met de cilinder.
GEBRUIK EN BEDIENINGKleppen ter voorkoming van het ongecontroleerd zakken van een cilinder bij een slangbreuk. Wanneer het debiet de instelling van de klep overschrijdt (reactiestroom), blokkeert de klep het debiet. Deze kleppen houden geen last vast of beperken in éénrichting. Na de klep wordt een stroomregelklep aanbevolen.MATERIALEN EN EIGENSCHAPPENBehuizing: staal, gepolijst.AANSLUITINGENSchroef de klep in de juiste poort die V verbindt met de toevoer en C met de cilinder.
GEBRUIK EN BEDIENINGKleppen ter voorkoming van het ongecontroleerd zakken van een cilinder bij een slangbreuk. Wanneer het debiet de instelling van de klep overschrijdt (reactiestroom), blokkeert de klep het debiet. Deze kleppen houden geen last vast of beperken in éénrichting. Na de klep wordt een stroomregelklep aanbevolen.MATERIALEN EN EIGENSCHAPPENBehuizing: staal, gepolijst.AANSLUITINGENSchroef de klep in de juiste poort die V verbindt met de toevoer en C met de cilinder.